Brieven uit Berlijn: de oorlog door de ogen van een student

De in Alkmaar geboren student Frits Freese werd tijdens de Tweede Wereldoorlog tewerkgesteld in Berlijn. De brieven die hij daarvandaan naar huis stuurde geven een uniek beeld van de Duitse hoofdstad tijdens de laatste oorlogsjaren. De brieven en andere documenten van Frits Freese zijn recent overhandigd aan het Regionaal Archief.

Op 6 april 1943 viel een brief op de deurmat van de twintigjarige scheikundestudent Frits Freese. De brief was afkomstig van de rector magnificus van de Universiteit van Amsterdam. Hij kondigde erin aan dat uiterlijk op 10 april, slechts vier dagen later, een loyaliteitsverklaring aan de Duitse bezetter moest zijn ondertekend. Weigeraars konden hun studie niet voorzetten en riskeerden dwangarbeid (Arbeitseinsatz) in Duitsland. Frits weigerde de verklaring te tekenen. Een beslissing met enorme gevolgen: slechts een maand later werd hij weggevoerd naar Berlijn.

Persoonlijke oorlogsverhalen zoals die van Frits zijn vaak lastig te reconstrueren: velen hebben nooit kunnen navertellen wat hun is overkomen, anderen zwegen of vertelden maar mondjesmaat wat er was gebeurd. Veel oorlogsarchieven zijn grotendeels verloren of vernietigd. Maar Frits heeft een unieke verzameling bewaard van 150 oorlogsbrieven die hij vanuit Berlijn schreef aan zijn ouders en zijn boezemvriend Jan, die eveneens in Duitsland verbleef. We lezen over het afscheid, de tewerkstelling, voedselrantsoenen, ziektes en oorlogsgeweld. Maar de brieven bevatten ook studentenhumor, ontluikende liefde, ontspanning en verlangen.

Tewerkgesteld

Frits Freese werd geboren op 6 januari 1923 in de Alkmaarse Bloemwijk. Na de verhuizing van zijn ouders naar Amsterdam zou Frits vaak logeren bij zijn grootouders in Alkmaar, die een winkel hadden aan het Luttik Oudorp. Alkmaar was en bleef voor hem altijd een geliefde plaats, waaraan hij ook in zijn oorlogsbrieven zou refereren. In juni 1941 slaagde Frits voor het eindexamen HBS en koos hij voor de studie Scheikunde aan de Universiteit van Amsterdam.

foto Frits Freese  foto Frits bij oma in Alkmaar

De tewerkstelling van Frits in 1943 was het directe gevolg van actief beleid van de Duitse bezetter. Omdat veel Duitse mannen naar het front waren vertrokken, kon de oorlogsindustrie alleen met dwangarbeid op peil worden gehouden. De inzet van Nederlandse werklozen, die al langer verplicht waren om in Duitsland werk aan te nemen als ze een uitkering ontvingen, was niet meer voldoende; in het voorjaar van 1943 volgden meer oproepen voor de Arbeitseinsatz. Na de oproep van oud-militairen werden alle jongemannen tussen de achttien en vijfendertig jaar opgeroepen. Later werd de leeftijdscategorie verruimd naar zeventien tot veertig jaar. Veel Nederlandse mannen doken onder of probeerden een vrijstelling te krijgen. Studenten konden met het ondertekenen van een loyaliteitsverklaring aan de Duitsers hun recht op studeren behouden.

Brief van de UvA

Op 5 mei werden alle mannelijke studenten die niet hadden getekend opgeroepen om zich de volgende dag te melden voor de Arbeitseinsatz. Op acht verzamelpunten verschenen op 6 mei zo’n 3200 Nederlandse studenten. Frits liep te midden van honderden studenten naar Station Muiderpoort, waar de reis naar Duitsland begon.

Dierentuin

Na een tussenstop in Kamp Erika te Ommen en een treinreis van 13,5 uur arriveerde Frits op 12 mei 1943 in Potsdam. Vanuit het doorvoerkamp Rehbrücke werden arbeiders doorgestuurd naar diverse werkgevers in en rondom Berlijn. Frits kwam terecht bij Siemens & Halske AG. Geregeld schreef hij naar zijn ouders en vriend Jan over zijn situatie: “Het werk heeft geen barst met ons studievak te maken. Ik zal morgen elektrische meetinstrumenten moeten monteren samen met iemand, die over twee maanden Meester in de Rechten zou zijn.” Vanwege het gebrek aan intellectuele prikkels daagden Frits en Jan elkaar regelmatig schriftelijk uit met wetenschappelijke vraagstellingen. Qua werk zou Frits er overigens later op vooruitgaan, met een positie in het laboratorium van Siemens.

foto Siemensturm

Buiten de lange werktijden om was er gelegenheid om te ontspannen. Vrije dagen bracht Frits het liefst door in de dierentuin van Berlijn. Soms wist hij kaartjes te bemachtigen voor een concert of voorstelling, die hij (af en toe in vrouwelijk gezelschap) bezocht. Met toneelvoorstellingen en dansavonden werd in de barakken voor vermaak gezorgd.

Tegelijkertijd was er de continue dreiging van de oorlog. De geallieerde bombardementen op Berlijn vormden een uitzicht op bevrijding, maar waren ook een groot gevaar. Het trage postverkeer zorgde voor grote onzekerheid aan het thuisfront over het lot van familie. Ook de ouders van Frits moeten in grote bezorgdheid hebben geleefd, want het oorlogsgeweld kwam een enkele keer voor hun zoon gevaarlijk dichtbij. Op 4 september 1943 werd het barakkenkamp bij Jungfernheide waarin Frits verbleef door een bombardement geraakt. Frits werd verhuisd naar Falkensee en later naar Gatow, tot het einde van de oorlog.

Brief van Frits  foto Toneel in december

Hel van rook en vuur

Berlijn zou nog vele malen worden getroffen door bombardementen. Op 22/23 november 1943 vond de meest vernietigende aanval van de Britse luchtmacht plaats, met enorme schade aan de wijken ten westen van het centrum: Tiergarten, Charlottenburg, Schöneberg en Spandau. “Onbeschadigde huizen hebben we niet ontdekt”, schreef Frits. “Alles brandde nog als een lier. De hele stad is met rook bedekt. Unter den Linden brandt huis aan huis. Omgeving Zoo is één hel van rook en vuur. Het aquarium ligt in elkaar, de vissen liggen buiten in het bluswater, de krokodillen liggen dood op de benedenste verdieping. Vrijwel alle grote bioscopen, theaters en concertzalen zijn geschiedenis. Er moeten domweg kisten brandbommen tegelijk uitgegooid zijn. Op sommige plaatsen brak je je nek over de hulzen.”

Ontslagbrief Siemens

Aan de vooravond van de Slag om Berlijn, die de oorlog zou beslissen, werd de situatie onhoudbaar. Uit zijn agendanotities blijkt dat Frits op 22 april 1945 Berlijn is ontvlucht, één dag na het alarm dat de Russen Bernau hadden bereikt. Na thuiskomst zal Frits hebben ervaren hoe er geoordeeld werd over hen die in Duitsland tewerkgesteld waren. Velen die de oorlog overleefden, zwegen en richtten zich op de toekomst. Zo ook Frits. Dat maakt het extra bijzonder dat hij alle brieven en documenten uit de oorlog zorgvuldig heeft bewaard.

Door Frederiek ten Broeke
Met dank aan Ellen Woudenberg

Frits Freese overleed in 2014. Zijn nicht Ellen Woudenberg heeft zijn oorlogsbrieven daarna ontcijferd, uitgetypt en bewerkt. Onlangs publiceerde ze het boek Post uit Berlijn, Brieven van een in Duitsland tewerkgestelde Amsterdamse student 1943–1945.

Lees ook: Heilooënaren in de Arbeitseinsatz (1943-1945)

 

test