Aansterken in oorlogstijd: het passantenhuis in Alkmaar

Het oplaaiende oorlogsgeweld in het oosten van Nederland in 1944 bracht veel vluchtelingen voort. Op zoek naar een veilig heenkomen vond een deel van hen toevlucht in het passantenhuis aan het Nassauplein in Alkmaar. In de voormalige Kweekschool was voor hen een speciaal opvanghuis ingericht. Ze kregen er een tijdelijke plaats waar ze konden aansterken om daarna verder door te reizen naar een vaste verblijfplek, bijvoorbeeld bij familie in de buurt.

Behalve voor het opvangen en verzorgen van vluchtelingen zorgden de medewerkers van het huis ervoor dat goederen werden geleverd, personen vervoerd en zochten zij op verzoek van – veelal – familieleden naar vermiste personen. Ook hadden zij veel contact met fabrieken en winkels om genoeg eten in huis te hebben.

Kweekschool Nassauplein

Hongerwinter

In de winter van 1944 nam de stroom vluchtelingen uit het oosten af, maar al snel bracht de Hongerwinter een nieuwe groep hulpbehoevenden. Vanuit de grote steden trokken mensen eropuit om wat voedsel te kunnen bemachtigen. Daarvoor maakten zij lange en uitputtende tochten, de bekende hongertochten. In de Kweekschool konden zij even op adem komen en werden zij gevoed en verzorgd. Na enkele dagen of weken trokken zij verder naar het platteland. Zelfs uit Leeuwarden ontving het passantenhuis, dat door het opvangen van uitgeputte personen eigenlijk ook een soort noodziekenhuis was geworden, een dankbrief van iemand die er enkele dagen was verzorgd.
Ook grote groepen ondervoede kinderen werden naar Alkmaar gestuurd. Ze kwamen uit verschillende delen van het land; de Zaanstreek, Den Haag, Amsterdam. Het waren er zo veel, dat er niet voor iedereen een bed beschikbaar was en een deel op strozakken moest slapen. Voor iedereen werd een nieuwe bestemming gezocht; 46 jongens uit Den Haag konden na een flinke zoektocht voor geschikt onderdak terecht in de Wieringermeer.

Voedseluitdeling centrale keuken Haarlem  Kinderen op zoek naar eten

Bleekneusjes

Ook het passantenhuis moest alles inzetten om aan genoeg voedsel te komen. Gelukkig waren er velen die mee wilden helpen. Het ziekenhuis, fabrieken en boeren uit de omgeving werden benaderd om voedsel te leveren. Er werd geprobeerd om overal eten vandaan te halen zodat de kinderen aan konden sterken. Zo leverde de directeur van de melkfabriek Concordia genoeg melk om 25 kinderen uit de Zaanstreek en zestig jongens uit Den Haag dagelijks te voorzien van melk. In een dankbrief schreef de directeur van het passantenhuis: ”U kunt zich voorstellen, wat een blijde gezichtjes deze bleekneusjes zetten, toen zij hoorden, dat zij elke dag hier in Alkmaar melk zouden krijgen.”

Niet voor verwende kinderen

Het menu van de opvanglocatie was sober, maar “goed en overvloedig”. Met het ontbijt werden er vier boterhammen uitgedeeld met kaas, smeerkaas en rammenas (een knol, verwant aan de radijs). ’s Middags stond er één liter eten uit de centrale keuken op het menu, mogelijk met wat vlees. Het avondmaal bestond weer uit brood, ditmaal vijf sneden; af en toe werd er een warme maaltijd geserveerd. Het personeel van de instelling kreeg de mededeling dat het passantenhuis niet was opgericht om “verwende kinderen naar de zin te maken.” Afwijken van het menu was dan ook niet de bedoeling. Tenzij dat door ziekte of een doktersverklaring noodzakelijk was.

Niet voor verwende kinderen  Pagina dagboek hongerwinter

Gevorderd door de Whermacht

Op 12 april 1945 moest het passantenhuis op stel en sprong verplaatst worden. De Kweekschool was gevorderd door de Whermacht, voor zeven uur ’s avonds moest iedereen eruit. Alleen de dekens en de lakens, eigendom van het Rode Kruis mochten meegenomen worden, de rest bleef op bevel achter.

Fragment pagina Vrije Alkmaarder over ontruiming 14 april 1945

In een dankbrief schreef de directeur van het passantenhuis dat er een nieuwe locatie was gevonden: het huis van Notaris Verkade aan de Emmastraat 50. Het pand was niet ideaal, de ruimte die zij hadden in de Kweekschool was veel groter, maar het gaf wel de mogelijkheid om het werk voort te zetten en mensen op te blijven vangen.
De plotselinge verhuizing naar het pand aan de Emmastraat, ongeveer een kilometer verderop, was mogelijk gemaakt door de hulp van buurtbewoners aan het Nassauplein. Ook het Rooms Katholieke Lyceum dacht mee en gaf een groot aantal stoelen en twee tafels in bruikleen, zodat ook op de nieuwe locatie meubilair aanwezig was.

Heeft u materiaal uit de oorlog?

Deze informatie over het passantenhuis kennen we door documenten die eerder aan het Regionaal Archief Alkmaar geschonken zijn. Heeft u ook documenten, foto's of films uit de Tweede Wereldoorlog waar u niets mee doet? Wij brengen ze graag onder in onze Collectie Tweede Wereldoorlog. Stukken kunt u langsbrengen bij de studiezaal van het archief, geopend van dinsdag tot en met vrijdag van 9:00 tot 17:00.

test